Leeskaarten Bee-Bot

Deze leeskaarten sluiten aan bij de kernen van Veilig Leren Lezen (Kim-versie). De leeskaarten kunnen worden gebruikt in combinatie met een transparante Bee-Botmat of bij werkvormen in de klas. Voor gebruik in de klas moet je de kaarten zelf printen, snijden en desgewenst lamineren. Hieronder vind je tips hoe je de leeskaarten kunt inzetten in de klas.

Lezen met de Bee-Bot / Blue-Bot
• Leg de leeskaarten in of onder een transparante Bee-Botmat.
• Plaats de robot op de mat en zet hem aan.
• Twee of drie kinderen gaan aan de slag met de leeskaarten.
• Een kind trekt een kaartje met symbool van de stapel om het symbool te bepalen (of gooit hiervoor met de speciale, twaalfkantige dobbelsteen).
• Het kind programmeert de Bee-Bot naar het symbool van de kaart of dobbelsteen.
• Het kind tilt de robot op en leest de woorden op de kaart hardop voor; een ander kind leest mee en controleert.
• Correct voorgelezen? Dan verdient het kind de letter op de kaart. Deze letter wordt op een wisbordje of kladblaadje geschreven. De beurt wisselt nu.
• Nadat alle kinderen een bepaald aantal letters hebben verdiend, proberen ze zoveel mogelijk woorden te maken van alle verdiende letters. Dit kan ook op de letterdoos worden gedaan. De leerkracht controleert de woorden en geeft feedback.

Coöperatieve werkvorm mix-en-ruil
• Elk kind in de klas heeft een leeskaart in de hand en wandelt hiermee door de klas.
• Twee kinderen komen elkaar tegen en ‘koppelen’.
• Beide kinderen lezen om de beurt de woorden op hun kaart voor aan de ander.
• Dan ruilen ze van kaart en wandelen weer verder.